Het voorkomen van de Boerenzwaluw is beperkt tot de maanden rond de broedtijd. De eerste zwaluwen arriveren in april uit de overwinteringsgebieden in Afrika, terwijl de allerlaatste begin oktober nog gezien kunnen worden. In de tussentijd hebben de meeste waarnemingen betrekking op vogels die in het Groote Wielengebied voedsel zoeken, maar daarbuiten broeden. In het Wielengebied zelf zijn hooguit enkele broedparen te vinden, bijvoorbeeld in een botenhuis in het haventje van Gytsjerk of in het veld onder een brug. In het najaar zijn in sommige jaren grote groepen Boerenzwaluwen jagend gezien, vaak samen met andere zwaluwen en Gierzwaluwen. Topjaren waren 1981 (250 ex.), 1985 (240 ex.) en 1986 (250 ex.) en 1995 (450 ex.). Daarna leken deze fenomenen tot het verleden te behoren. Pas in 2013 werd op 18 mei plotseling weer een zeer groot aantal van 500 vogels geteld, nogal uitzonderlijk midden in de broedtijd, jagend boven land en water, aangetrokken door grote aantallen insecten en in 2015 200 ex. in het najaar.