Grutto

zomervogel

946 waarnemingen, 162.469 vogels

De Grutto is rond het voorjaar bij de Groote Wielen een algemene en talrijke verschijning. De soort is er aanwezig als broedvogel en doortrekker. De vogels arriveren in Nederland rond begin maart uit de winterkwartieren in Afrika en Spanje en Portugal, waar ze zijn ‘opgevet’ in onder meer rijstvelden. In Nederland aangekomen schakelen ze over van een vegetarisch dieet naar dierlijk voedsel, zoals wormen en emelten, in kruidenrijke graslanden. Die zijn volop aanwezig in het Groote Wielengebied. In de aanloop en ook nog tijdens de broedtijd fungeren de zomerpolders in de Ryptsjerksterpolder als pleister- en slaapplaatsen voor de latere broedvogels in en buiten het Groote Wielengebied.

meer info

Zoeken
Generic filters
Exact matches only
Search in title
Search in content
Search in excerpt
Filter by Categorieën
Vogels

Aantalsontwikkeling (gemiddelde jaarmaxima)
 met 3-jarig lopend gemiddelde

Voorkomen gedurende het jaar  –  verdeling over de maanden

De eerste Grutto’s arriveren in sommige jaren al eind februari. De laatste Grutto’s worden als regel in juli tot in augustus gezien. Dat betreft vaak vogels die jongen vliegvlug hebben gekregen. Er zijn 7 september-waarnemingen van één of twee vogels. Bij een van die waarnemingen op een prachtige septemberdag in de Binnemiede gaf een mannetje een schitterende baltsvlucht ten beste. De gemiddelde jaarmaxima worden gedomineerd door de aantallen die op de slaapplaatsen zijn geteld. Bij de slaapplaatstellingen tegen de avondschemering worden de aantallen Grutto’s geteld die vóór de telling op de slaapplaats aanwezig zijn plus alle invliegende Grutto’s die daarbij komen. Bij die tellingen worden met name in maart de grootste aantallen geteld. Vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw tot heden zijn de aantallen pleisterende Grutto’s in het Groote Wielengebied op peil gebleven. De aantallen schommelen tussen 1000 en 2500 vogels. De aantallen in de jaren zeventig en begin jaren tachtig vallen wat lager uit omdat die vooral overdag zijn geteld, waarbij de vogels van elders, die ’s avonds invliegen, niet zijn geteld. Een keer zijn er uitzonderlijk veel vogels geteld: op 31 maart 1991 werden 8000 Grutto’s geteld. Om het algemene beeld niet te verstoren is deze ‘uitbijter’ niet in de gemiddelde jaarmaxima verwerkt.   

Broedvogel

 

Zomerpoldergraslanden behoren niet tot de favoriete broedgebieden van de Grutto. Er is een andere vegetatie met ruigere grassen dan in winterpolders. Het zwaartepunt van de broedpopulatie van de Grutto lag van oudsher in venige winterpolders van de Binnemiede en Weeshuispolder. De Ryptsjerksterpolder met  de zomerpolders van de Warren en veel zandiger bodem, was minder geliefd.
Vier maal is het Groote Wielengebied in zijn geheel op broedparen geïnventariseerd. Het aantal broedparen is steeds verder afgenomen. Dat komt vooral door het verlies aan broedparen in de Ryptsjerksterpolder, waar tegenwoordig geen Grutto meer broedt. In de Binnemiede en Weeshuispolder is het aantal broedparen de laatste 20 jaar tamelijk stabiel tot licht afnemend.

 

2000 2005 2010 2017
53 48 40 33

Broedterritoria in 2010

weidevogels Binnemiede en Weeshuispolder – langlopende reeks broedparen Grutto (BMP) 

 

foto Jappie Seinstra