De grootste aantallen Stormmeeuwen worden geteld van november tot maart, wanneer de zomerpolders in de Ryptsjerksterpolder onder water staan. In de uren voor zonsondergang verzamelen de duizenden meeuwen, grotendeels Kok- en Stormmeeuwen, zich op voorverzamelplaatsen op de graslanden rond het Groote Wielengebied. Daarna komen de groepen bijeen en verzamelen zich eerst nog op de meren van de Groote Wielen of ze vliegen in de schemering in grote groepen direct door naar de Ryptsjerksterpolder, waar ze neerstrijken op het water van de zomerpolder de Warren. De indruk bestaat dat de meeste Stormmeeuwen -in tegenstelling tot de Kokmeeuwen- minder uit Leeuwarden afkomstig zijn en meer van de omliggende graslanden. De hier gepresenteerde aantallen zijn deels berekend op basis van schattingen over het aandeel van de Kokmeeuwen en Stormmeeuwen in de totale meeuwenpopulatie tijdens slaapplaatstellingen. Zeker bij invallende schemering zijn de soorten moeilijk te onderscheiden. Het grootste aantal Stormmeeuwen (ca. 10.000) is geteld op 27 januari 2002. Ook wanneer we dat aantal buiten beschouwing laten en in de wetenschap dat de slaapplaatsen niet elk jaar zijn geteld, dan kan gesteld worden, dat de aantallen Stormmeeuwen met schommelingen door de jaren heen tamelijk stabiel zijn.