Grote mantelmeeuw
Grote mantelmeeuw
wintergast
217 waarnemingen 458 vogels
Grote mantelmeeuwen zijn typische wintergasten rond de Groote Wielen. Samen met andere meeuwen slapen ze ’s nachts in de zomerpolders van de Ryptsjerksterpolder. Hoewel de forse vogels opvallen, is het toch lastig ze te tellen in de schemering te midden van duizenden andere meeuwen. In de vroege ochtend vliegen de meeste Grote mantelmeeuwen naar elders om voedsel te zoeken, maar vaak blijven enkele vogels achter in de Ryptsjerksterpolder op ondiepe plekken.
elders
meer info
Zoeken
Aantalsontwikkeling (jaarmaxima)
Voorkomen gedurende het jaar – verdeling over de maanden
Je zou verwachten dat de grootste aantallen Grote mantelmeeuwen zijn geteld op de slaapplaatsen, aangezien dan ook vogels die overdag buiten het Grote Wielengebied verblijven ingevlogen zijn. Dat blijkt lang niet altijd het geval; mogelijk is er vanwege de telomstandigheden bij de slaapplaats sprake van ondertelling. Het grootste aantal vogels (29) is geteld door de NJN tijdens een slaapplaatstelling op 17 november 1973. Daarnaast zijn er nog slechts drie waarnemingen van meer dan 10 vogels; alle drie overdag geteld. Het grootste aantal Grote mantelmeeuwen, dat de Wielenwerkgroep telde bij een slaapplaatstelling, is 7 vogels op 27 maart 2016. Van alle vogels is 95% geteld in de maanden november t/m maart. Er is slechts één zomerwaarneming één vogel, gezien op 21 juli 1986.