Blauwborst

Blauwborst

zomervogel

120 waarnemingen, 279 vogels

 

Veel jongere vogelaars kunnen zich haast niet voorstellen dat het waarnemen van een Blauwborst ooit een grote zeldzaamheid is geweest. In de Biesbosch, ja dat was bekend, maar in Fryslân zag je ze niet. Tegenwoordig is de Blauwborst een vertrouwde verschijning rond de Groote Wielen. De vogel is alleen te zien in en rond de broedtijd veelal in overjarig riet, vaak met hier en daar wat verspreide boompjes, zoals Grauwe wilg, waarin ze hun zang laten horen.

 

meer info

Zoeken
Generic filters
Exact matches only
Search in title
Search in content
Search in excerpt
Filter by Categorieën
Vogels

Ontwikkeling in aantallen waarnemingen 

Voorkomen gedurende het jaar  – verdeling over de maanden

Pas begin jaren negentig van de vorige eeuw werden de eerste Blauwborsten gezien bij de Groote Wielen. Daarna nam het aantal waarnemingen verder toe. De pieken in 2000, 2005 en 2010 worden veroorzaakt door broedvogelinventarisaties, waarbij de vogels vaker werden waargenomen dan in een jaar waarin de soort niet is geïnventariseerd. De Blauwborsten verschijnen in maart en beginnen dan al snel met hun opvallende zangactiviteiten. In juni worden de laatste vogels gezien.

Broedvogel

 

Vanaf de jaren negentig broedt de Blauwborst bij de Groote Wielen. De soort broedt in rietlanden. De nestjes worden op de grond gemaakt tussen het riet. De mannetjes gebruiken boompjes als zangpost. De belangrijkste broedgebieden liggen in de rietlanden van de Kondyken, Gelte Herne en Koekoekspetten, maar ook wel elders in over met brede rietkragen.

Vier keer is het Groote Wielengebied in zijn geheel geïnventariseerd. Het aantal broedparen kan van jaar op jaar nogal verschillen.

 

2000 2005 2010 2017
14 34 24 13

Broedterritoria in 2010

foto Ruurd Jelle van der leij

Bergeend

Bergeend

jaarvogel

722 waarnemingen, 8963 vogels

 

Met uitzondering van de wintermaanden zijn Bergeenden ‘van oudsher’ in het Groote Wielengebied aanwezig. De soort is broedvogel, maar ook trekkende en zwervende vogels bezoeken het gebied. De vogels zijn zowel op het open water als op land aan te treffen.
De Bergeend leeft vooral in de buurt van open water. Voor hun voedsel zijn Bergeenden afhankelijk van voedselrijke slikkige plekken. Ze eten gevarieerd van kleine schelpdieren, slakjes, garnalen en andere kreeftachtigen, wormen, insecten en larven tot zaden en ander plantaardig materiaal. Na de broedtijd trekken bergeenden naar het open water van de Waddenzee om veilig te kunnen ruien. In het voorjaar gaan ze weer naar hun broedgebieden. Tijdens koude winters trekken Bergeenden weg naar Engeland en Frankrijk.

 

meer info

Zoeken
Generic filters
Exact matches only
Search in title
Search in content
Search in excerpt
Filter by Categorieën
Vogels

Aantalsontwikkeling  (gemiddelde jaarmaxima)

 met 3-jarig lopend gemiddelde

Voorkomen gedurende het jaar  –  verdeling over de maanden

In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw was de Bergeend al een vertrouwde verschijning. In de jaren negentig namen de aantallen toe om na de eeuwwisseling te stabiliseren op een wat lager niveau. De laatste jaren is een neerwaartse trend zichtbaar. De grootste aantallen worden gezien in het vroege voorjaar. In zachte winters verschijnen er al vanaf januari steeds meer Bergeenden rond de Groote Wielen, op het Sierdswiel en in de Ryptsjerksterpolder op de onder water staande zomerpolder-graslanden. De aantallen zijn het grootst in maart en april wanneer de vogels terecht kunnen op de langzaam droogvallende, slikkige graslanden. Tegenwoordig kunnen dan zo’n 30-60 vogels aanwezig zijn. Na de broedtijd is de Bergeend in de zomer en najaar nog maar in kleine aantallen aanwezig of vrijwel verdwenen.

Broedvogel

 

In de gehele onderzoeksperiode 1972-2017 heeft de Bergeend bij de Groote Wielen gebroed. Vier keer is het Groote Wielengebied in zijn geheel geïnventariseerd. Er zijn geen konijnenholen, waarin de Bergeend in duinen bij voorkeur broedt. Maar de soort kan hier en daar terecht in eendenkorven en broedt ook wel op de grond in dichte ruigtevegetaties of in holtes. Het aantal broedparen is meestal rond de 10. De meeste broedparen zijn vaak te vinden in de Ryptsjerksterpolder en in de Buisman-eendenkooi. In verschillende zomers zijn in daar ook creches gezien van zo’n tien of meer kuikens gechaperonneerd door enkele oudervogels.

 

2000 2005 2010 2017
10 6 11 8

broedterritoria in 2010

weidevogels Binnemiede en Weeshuispolder – langlopende reeks broedparen Bergeend (BMP)

foto Jappie Seinstra

Baardmannetje

Baardmannetje

 

jaarvogel

 

185 waarnemingen, 1131 vogels

 

Baardmannetjes kunnen het gehele jaar gezien worden bij de Groote Wielen. De vogels broeden in overjarig riet dat de rietsnijders hebben laten staan. Maar ook buiten de broedtijd worden de vogels aangetroffen, waarbij ze zich te goed doen aan de rietzaden. Ook in strengere winters kan dat het geval zijn, want de rietzaden blijven ook bij zware sneeuwval altijd binnen bereik van de vogels. Baardmannetjes trekken en zwerven in groepjes. Meestal worden groepjes van 5 tot 10 vogels gezien. 

 

meer info

Zoeken
Generic filters
Exact matches only
Search in title
Search in content
Search in excerpt
Filter by Categorieën
Vogels

Aantalsontwikkeling (gemiddelde jaarmaxima)
 met 3-jarig lopend gemiddelde

Voorkomen gedurende het jaar  –  verdeling over de maanden

In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werden heel zelden Baardmannetjes gezien, bijvoorbeeld tijdens de NJN-excursies in het Groote Wielengebied. Pas eind jaren tachtig, begin jaren negentig nam het aantal waarnemingen van Baardmannetjes sterk toe. Dat hing samen met de aanleg en ontwikkeling van de Oostvaarders-plassen in de jaren zestig en zeventig. De broedpopulatie werd er zo groot, dat vandaar uit de rest van Nederland en West-Europa werd gekoloniseerd. In de jaren negentig werden de eerste broedende Baardmannetjes gelokaliseerd rond de Kolken en de Ryptsjerksterfeart.
Ook het aantal waarnemingen buiten de broedtijd nam sterk toe. Sinds de eeuwwisseling zijn in het najaar regelmatig vele tientallen Baardmannetjes aanwezig, aangetrokken door de dan nog niet geoogste rietlanden. Zeer opvallend is de sterke doortrek in oktober. Meer dan de helft van alle getelde aantallen komt uit die maand.

Broedvogel

 

Vanaf de jaren negentig broedt het Baardmannetje bij de Groote Wielen. De belangrijkste broedgebieden zijn de plekken met overjarig riet in de Kondyken, Gelte Herne en Koekoekspetten.

Vier keer is het Groote Wielengebied in zijn geheel geïnventariseerd. Het aantal broedparen kan van jaar op jaar nogal verschillen.

 

 

2000 2005 2010 2017
13 3 17 5

Broedterritoria in 2010

foto Jappie Seinstra

Aalscholver

AalscholverAalscholver

 

jaargast

 

858 waarnemingen, 8580 vogels


Sinds de jaren ’80 van de vorige eeuw is de Aalscholver een bekende verschijning geworden bij de Groote Wielen. De vogels broeden er niet, maar zijn wel het gehele jaar aan te treffen zolang er open water is en de vogels kunnen vissen. Ze vissen individueel maar ook wel gezamenlijk in kleine groepjes. De Aalscholvers rusten veelal op op palen, hekken en in bomen, zowel op het land als boven het water. Tot 2016 was er ’s winters overdag een bekende rustplaats op hekken en dijkjes in de onder water staande Ryptsjerksterpolder. De laatste jaren zijn de vogels veelal te vinden op de steenstort van het baggerdepot in het Sierdswiel.   Elke ochtend vliegen de vogels het Groote Wielengebied in; de meesten komen uit een nabijgelegen slaapplaats in het Ottema-Wiersma reservaat. ’s Avonds gaan ze weer terug naar de slaapplaats.

 

meer info

Zoeken
Generic filters
Exact matches only
Search in title
Search in content
Search in excerpt
Filter by Categorieën
Vogels

Aantalsontwikkeling (gemiddelde jaarmaxima)
met 3-jarig lopend gemiddelde

Voorkomen gedurende het jaar  –  verdeling over de maanden

In de jaren zeventig van de vorige eeuw was het spotten van een Aalscholver bij de Groote Wielen een zeldzame aangelegenheid. Vooral vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw zijn de aantallen sterk toegenomen. Dat had te maken met de stop gezette jacht en de verbetering van de waterkwaliteit in Nederland. De laatste tien jaar lijkt aan de opmars een einde gekomen en zijn de aantallen weer wat gedaald. Rond de broedtijd in het late voorjaar en zomer worden vaak minder dan tien vogels geteld. In het najaar tot in het vroege voorjaar kunnen er meerdere tientallen Aalscholvers aanwezig zijn.

foto Jappie Seinstra