Wintertaling
Wintertaling
wintergast en doortrekker
972 waarnemingen 118.667 vogels
De Wintertaling is sinds jaar en dag een talrijke wintergast in het Groote Wielengebied. Ze verschijnen al vroeg in het najaar in Fryslân en blijven tot in het voorjaar. Wintertalingen rusten ’s winters met andere eenden op de ondergelopen zomerpolders in de Ryptsjerksterpolder en op de Wielen. Ze eten klein plantaardig materiaal en waterdiertjes, die ze grondelend onder water en filterend vanaf het wateroppervlak vangen. Meer dan veel andere eenden prefereren ze rustige, vaak wat besloten plekken met veel dekking.
meer info
Zoeken
Aantalsontwikkeling (gemiddelde jaarmaxima)
met 3-jarig lopend gemiddelde
Voorkomen gedurende het jaar – verdeling over de maanden
Eigenlijk is de Wintertaling meer doortrekker dan wintergast. Zowel in het najaar (november, december) en in het voorjaar (maart, april) zijn de aantallen pleisterende Wintertalingen als regel veel groter dan in de echte wintermaanden (januari, februari). In het najaar zijn ze overal te vinden, op ondergelopen graslanden en moerasruigten, in poelen en op de meertjes. In het voorjaar maken de vogels vooral gebruik van de langzaam droogvallende, slikkige zomerpoldergraslanden van de Warren (Ryptsjerksterpolder). Opvallend zijn de duidelijk grotere aantallen Wintertalingen in de periode 1998-2013, toen regelmatig 1000-2000 vogels werden geteld, dan in de jaren daarvoor en daarna, waarbij de aantallen meestal kleiner waren dan 500 vogels.