Kijkend naar het verloop van het aantal waarnemingen valt op dat het aantal Roodborsten in het Groote Wielengebied door de jaren heen schommelt zonder dat er sprake is van af- of toename. De meeste waarnemingen van Roodborsten worden gedaan op boomrijke plekken in de maanden oktober tot in met december , wanneer noordelijke vogels zich voegen bij ‘onze’ standvogels. De vogels laten zich horen door te ’tikken’, maar op een mooie dag zingen de Roodborsten af en toe ook. In de winter trekt een deel verder naar het zuiden en is het aantal waarnemingen kleiner. In de broedtijd laten de vogels zich goed horen, maar het aantal territoriale Roodborsten is dan niet zo groot. De grootste aantallen Roodborsten zijn geteld tijdens PTT-tellingen, waarbij vogels geteld worden op twintig plekken langs een route door het Groote Wielengebied: 20 vogels op 29 oktober 1994 en 10 vogels op 29 december 1992. De wat grotere aantallen waarnemingen vanaf 2017 zijn grotendeels te danken aan de trektellingen in voor- en najaar, waarbij altijd wel enkele Roodborsten bij de trekpost worden geteld.